Een dag in het leven van een communitylid
In gesprek met Sonja Leferink, Peter-August Keur en Darren Rijsdijk
door Katja Nagelkerke
De drijvende krachten achter het Nationaal Netwerk Brede Welvaart zijn de mensen die hun ervaringen, denkkracht en kennis delen binnen de Communities of Practice (CoP’s). Sinds 2022 zijn ruim 50 ambtenaren en onderzoekers in vijf communities aan het pionieren met brede welvaart. Maar hoe ziet werken aan brede welvaart er in de praktijk eigenlijk uit? In twee interviews vertellen drie deelnemers over hun dagelijkse werkleven en ervaring in de CoPs.

Lerend evalueren met Sonja Leferink - provincie Overijssel
Goedemorgen Sonja, fijn dat je tijd hebt kunnen vrijmaken voor dit interview. Kun je jezelf kort voorstellen en iets vertellen over je achtergrond?
Goedemorgen! Natuurlijk, ik ben Sonja Leferink en ik werk nu bijna zes jaar bij de Provincie Overijssel als senior kwalitatief onderzoeker. Mijn achtergrond ligt in de journalistiek en antropologie, waarin ik ook gepromoveerd ben. De afgelopen jaren ben ik samen met collega's bezig om de methodiek van lerend evalueren bij de provincie op de kaart te zetten en verder te ontwikkelen.
Interessant! Kun je uitleggen wat lerend evalueren precies inhoudt?
Lerend evalueren richt zich op het tussentijds verbeteren en bijsturen van trajecten of projecten, op basis van feedback en reflectie. Het is een methode waarbij we kijken hoe resultaten tot stand komen en wat we daarvan kunnen leren. Daarin speelt participerende observatie een belangrijke rol en dat gebeurt in nauwe samenwerking met belanghebbenden, zoals deelnemers aan gebiedsprocessen.

Sonja Leferink
Senior kwalitatief onderzoeker bij provincie Overijssel
"Hoe kijken we niet alleen naar de technische aspecten, maar ook de emotionele en sociale dimensies, zoals de identiteit en geschiedenis van boerenbedrijven?"
Dat klinkt als een uitdagende taak. Kun je specifieke voorbeelden noemen waar je dit momenteel toepast?
Een voorbeeld is het werken aan de transitie van het landelijk gebied in Overijssel; daar is lerend evalueren een belangrijk onderdeel. Ik volg daarin verschillende initiatieven zoals het boereninitiatief in Stegeren, de duurzame toekomst van landgoed Junne, en de proeftuin Beekdalen. Samen proberen we duurzame en inclusieve oplossingen te vinden voor de uitdagingen waar deze initiatieven voor staan. Ook in deze projecten is brede welvaart een belangrijk onderdeel: hoe kijken we niet alleen naar de technische aspecten, maar ook de emotionele en sociale dimensies, zoals de identiteit en geschiedenis van lokale gemeenschappen en boerenbedrijven?
Welke uitdagingen kom je tegen in deze brede welvaartspraktijken?
Een grote uitdaging is het balanceren tussen de systeemwereld van de overheid en de leefwereld van de initiatiefnemers. We moeten rekening houden met zowel de economische als de sociale impact op boeren en gemeenschappen. Het opbouwen en behouden van vertrouwen is cruciaal, vooral omdat er bij de boeren vanuit hun eerdere ervaringen met de overheid veel wantrouwen zit. Een andere uitdaging is de zoektocht naar het concreet maken van brede welvaart door middel van betekenisvolle indicatoren. Deze indicatoren moeten niet alleen het brede thematische scala dekken, maar ook rekening houden met de dimensies van tijd en plaats (hier, elders en later). Dit maakt het een complex onderwerp, omdat het bijna alles omvat.
Hoe ga je met deze uitdagingen om?
Lerend evalueren kan hierbij een rol spelen. We beginnen met het verzamelen van data door participerende observatie, interviews en deskresearch en doen een kwalitatieve analyse. Vervolgens organiseren we reflectiesessies met verschillende belanghebbenden, zoals programmateams en gebiedsregisseurs. Tijdens deze sessies bespreken we de rode draden die uit onze waarnemingen naar voren komen en reflecteren we aan de hand van vragen als: wat gaat goed, wat gaat niet goed en wat moet anders? Het doel is om gezamenlijk te leren en zo nodig onze aanpak aan te passen. En we nemen de lessen mee naar volgende projecten.
"Het is fijn om ervaringen uit te wisselen met anderen die tegen vergelijkbare uitdagingen aanlopen."
Hoe helpt de Community of Practice in je werk?
De CoP biedt een gestructureerd programma en een platform om ervaringen uit te wisselen met andere professionals. Ik vind het kennis maken met andere praktijken en het leren van de aanpakken en methodes van anderen een absolute verrijking. Het is heel waardevol om met andere ogen naar je eigen praktijk te kijken. Dit helpt om onze eigen (leer)methodes te verbeteren en te verfijnen. Daarbij ervaar ik het ook als een soort ‘lotgenotengroep’. Het is fijn om ervaringen uit te wisselen met anderen die tegen vergelijkbare uitdagingen aanlopen. Dit biedt niet alleen praktische inzichten, maar ook morele steun en een gevoel van verbondenheid.
Hoe kijk je terug op de Community of Practice?
De structuur en opzet is prettig: het biedt een duidelijke richting en helpt de deelnemers om gefocust te blijven en voortgang te boeken. Het gestructureerde karakter zorgt ervoor dat de sessies geen vrijblijvende uitwisselingen zijn en dat er concrete resultaten worden behaald. Deelname heeft ons ook praktische tools, nieuwe inzichten en een netwerk van ondersteunende collega’s opgeleverd.
Wat zijn je wensen voor de toekomst van het Nationaal Netwerk?
Ik hoop dat we de methodiek van lerend evalueren verder kunnen verspreiden en toepassen in de praktijk. Het zou geweldig zijn om de samenwerking te intensiveren, door meer in elkaars keuken te kijken en gezamenlijk projecten op te zetten.
Heb je nog laatste tips of adviezen voor anderen die met lerend evalueren aan de slag willen?
Neem de tijd om af en toe uit te zoomen en te vragen: wat gaat er goed en wat er niet goed? Werken aan transities is een gezamenlijke zoektocht. Dat vraagt adaptiviteit, niet in de laatste plaats van de eigen organisatie.

Sturen op impact met Peter-August Keur en Darren Rijsdijk – gemeente Amsterdam

Peter-August Keur
Voormalige programmamanager van de Regio Deals in Amsterdam-Noord

Darren Rijsdijk
Huidige programmamanager van de Regio Deals in Amsterdam
Laten we beginnen met een korte introductie. Kunnen jullie iets over jezelf vertellen?
Peter-August: Mijn naam is Peter-August-August Keur, en ik ben consultant bij Morgens. Tot 1 oktober 2024 was ik de programmamanager van de Regio Deals in Amsterdam Noord. Ik heb veel gewerkt aan projecten die gericht zijn op brede welvaart en het meetbaar maken van interventies.
Darren: Ik ben Darren Rijsdijk. Voorheen was ik strategisch adviseur in Amsterdam Noord en sinds kort programmamanager voor de Regio Deals in Amsterdam: ik heb het stokje van Peter-August overgenomen. Ik werk nu drie jaar voor de gemeente Amsterdam en ben daarnaast ook docent Nederlands.
Welke rol speelt brede welvaart in jullie werk?
Peter-August: Brede welvaart is een centraal thema in onze Regio Deals. Het gaat niet alleen om economische groei, maar ook om welzijn, gezondheid en sociale cohesie. We proberen interventies te ontwikkelen die deze verschillende aspecten van brede welvaart bevorderen en meetbaar maken. Dit is soms een uitdaging, maar het is essentieel voor het creëren van een duurzame en inclusieve samenleving.
Darren: Voor mij betekent brede welvaart ook dat we verder kijken dan alleen fysieke verbeteringen. Met alle investeringen die we vanuit de Regio Deal doen in het fysieke domein, willen we sociale impact maken. Het gaat om het creëren van een omgeving waarin mensen zich kunnen ontwikkelen en waarin sociale gelijkheid wordt bevorderd. Dit proberen we te bereiken door samen te werken met verschillende partners, interventies te monitoren en deze aan te passen waar nodig.
"De formats die we hebben ontwikkeld om de Regio Deal-interventies te beschrijven en meten, geven veel houvast. Ze helpen ons om de projecten te monitoren en te evalueren of ze bijdragen aan brede welvaart."
Bij welke Regio Deals zijn jullie betrokken?
Peter-August: We werken aan twee Regio Deals in Amsterdam Noord: ZaanIJ, en ZaanIJ Groen en Meedoen. De eerste Regio Deal, gestart in 2019, richt zich op het verbeteren van de leefbaarheid en de economische kansen in het noordwestelijke deel van regio Amsterdam. Dit omvatte projecten zoals het verbeteren van infrastructuur, het ondersteunen van lokale ondernemers en het bevorderen van sociale cohesie door middel van buurtinitiatieven.
De tweede Regio Deal, Groen en Meedoen, uit 2023, breidt de focus uit naar heel Amsterdam Noord. Deze deal heeft nieuwe thema’s toegevoegd, zoals gezondheid. Het thema gezondheid richt zich op het verbeteren van de fysieke en mentale gezondheid van bewoners, door middel van initiatieven zoals groene ruimtes en gezondheidsprogramma’s.
Darren: De Regio Deals zijn een leerzaam proces. De formats die we hebben ontwikkeld om de Regio Deal-interventies te meten, geven veel houvast. Ze helpen ons om de projecten te monitoren en te evalueren of ze bijdragen aan brede welvaart. Het is fijn om te zien dat deze aanpak steeds meer wordt geïntegreerd in andere projecten binnen de gemeente.
Een specifiek voorbeeld van een interventie is de “Tech Hub”. Dit project brengt verschillende organisaties samen om jongeren te interesseren voor techniek. We werken hierbij samen met buurtverenigingen die al contact hebben met de jongeren. Het doel is om hen te betrekken bij technische projecten en zo hun interesse en vaardigheden te vergroten. Dit project is bijzonder, omdat het niet alleen de technische vaardigheden van jongeren verbetert, maar ook hun sociale netwerken uitbreidt en hun kansen op de arbeidsmarkt vergroot.
Een ander mooi voorbeeld is het project rondom de mbo-arbeidsmarkt. We constateren namelijk dat mbo-jongeren in Amsterdam Noord minder kansen hebben op de arbeidsmarkt en dat het imago van het mbo geen recht doet aan deze mooie vorm van onderwijs. Nu hebben we een doe-tank opgericht waar MBO-studenten zelf de belangrijkste stem hebben in welke projecten we de komende jaren gaan oppakken. Zo sluit onderwijs en marktvraag beter aan bij elkaar en de wensen van de studenten zelf, en wordt het imago van mbo-onderwijs versterkt. Door de jongeren hier zelf de belangrijkste stem te geven is de kans van slagen een stuk groter!
"Zo was het heel makkelijk om collega’s erbij te krijgen die zich bezighouden met stedenbouw, grondwaterstand en vergroening, maar collega’s die zich bezighouden met gelijkheid of vrouwenrechten waren moeilijker te betrekken."
Wat zijn de grootste uitdagingen bij het verbinden van fysieke ingrepen met brede welvaart?
Peter-August: Eén van de grootste uitdagingen is het overbruggen van de kloof tussen verschillende domeinen, zoals fysieke infrastructuur en sociale gelijkheid. Het kost tijd en inspanning om deze verbindingen te maken en om collega’s uit verschillende afdelingen samen te laten werken. Zo was het heel makkelijk om collega’s te vinden die zich bezighouden met waterbeheer, grondwaterstand en isolatie, maar collega’s die betrokken zijn bij gelijkheid of vrouwenrechten waren moeilijker te betrekken. Deze domeinoverstijgende samenwerking is essentieel voor het succes van onze projecten.
Ook lopen we tegen het verschil in langetermijnvisie en kortetermijnresultaten aan. Fysieke ingrepen hebben vaak een langetermijnperspectief (bijvoorbeeld 20 tot 30 jaar), terwijl sociale interventies sneller resultaten moeten laten zien (bijvoorbeeld binnen 3 tot 5 jaar). Dit is een voorbeeld van de andere taal die men spreekt binnen de domeinen. Een Regio Deal helpt om die barrières te slechten en verbinding te leggen tussen domeinen. Ondertussen vraagt dat het behalen van gewenste resultaten om structurele investeringen, terwijl een Regio Deal per definitie een kortdurende investering is.
Wat zijn de belangrijkste lessen die je in de Community of Practice hebt geleerd?
Peter-August: De Community of Practice biedt een platform waar we kunnen sparren met anderen die niet direct bij ons dagelijkse werk betrokken zijn. Het is een club slimme mensen, die op een nieuwe manier naar vraagstukken kijken. Dit helpt ons om nieuwe inzichten te krijgen en om te leren van de ervaringen van anderen. Iemand uit Groningen deelde bijvoorbeeld hoe zij het succes van hun projecten meten, wat voor ons inspirerend was. Het helpt ook om beter te begrijpen hoe Rijksambtenaren denken en hoe we hen beter kunnen voorzien van informatie. Daarbij heb ik via de CoP geleerd wat ervoor nodig is om vanuit de monitoring en beleid de vertaling te maken naar een taal die onze projectleiders ook begrijpen. Zo kan ik hen beter meenemen in wat er vanuit de Regio Deal wordt verlangd tijdens de uitvoering van projecten.
Hoe zie je de toekomst van (het Nationaal Netwerk) brede welvaart?
Peter-August: Het duurt lang voordat nieuwe termen of sociale interventies gemeengoed zijn, en ik gun het dat brede welvaart nog sterker omarmd wordt. Als er tools en instrumenten voor practitioners komen en illustratieve succesverhalen, zal dat het toepassen van brede welvaart in de praktijk versnellen. Het kan ook voordelig zijn om vanuit meer Regio Deals of Rijk-regio-samenwerkingen aan te sluiten bij het Nationaal Netwerk, zoals via de City Deals. Zo maken we brede welvaart praktisch toepasbaar. Het concept is mooi, maar die toepassing in de praktijk is hard nodig.
Darren: Ik sluit me daarbij aan. Het is belangrijk om inspiratie en kennis te blijven delen tussen verschillende regio’s, en niet per regio steeds alles zelf te onderzoeken en ontdekken. Deze samenwerking via het Nationaal Netwerk kan de impact van interventies vergroten en zorgen voor een meer geïntegreerde aanpak van brede welvaart.