Sturen op impact
Hoe neem je alle dimensies mee?
door Inge Hooijen, Omar Habets en Erik Canisius
Om het brede-welvaartsperspectief écht in de praktijk te brengen en inzetbaar te maken, moeten beleidsmakers en bestuurders aan de voorkant sturen op het maken van impact. Handelen naar brede welvaart betekent streven naar inclusiever beleid voor een gebalanceerde, duurzame samenleving waarin niet alleen economische aspecten, maar ook andere aspecten zoals gezondheid, gelijkheid en sociale samenhang worden gewaardeerd.
Binnen het thema ‘sturen op impact’ komen de onderwerpen van de andere Communities bij elkaar: impact maken op brede welvaart betekent de perspectieven vanuit het gebied, de inwoner, het adaptief beleid én de toekomst in ogenschouw te nemen. Maar hoe combineer je de verschillende dimensies? Hoe meet en beoordeel je impact? Welke methodes zijn nu al beschikbaar voor het breed meten van impact? En: hoe kunnen beleidsmakers en bestuurders sturen op impact? Deze community zet zich in om deze vragen verder te ontrafelen.
Community of Practice: Sturen op impact
Het doel van de Community of Practice (CoP) ‘Sturen op Impact’ is om zicht krijgen op de manieren waarop overheden en organisaties sturen op de impact van hun beleid, en hoe ze handelen op het thema brede welvaart in de regio ‘hier en nu’, ‘later’ en ‘elders’. De CoP telt negentien deelnemers die werkzaam zijn bij nationale programma’s, provincies, gemeenten, onderwijs- en kennisinstellingen, verspreid over diverse regio's in Nederland (zie het overzicht onderaan de pagina). Door deze diverse deelnemers te betrekken, ontstaat een rijke kruisbestuiving van ideeën, praktische ervaringen en kennis.
Het belang van sturen op impact
Binnen het brede-welvaartskader wordt impact gedefinieerd door verschillende facetten. Het omvat niet alleen positieve trends en de gepercipieerde impact die het teweegbrengt, maar vraagt ook om concrete verandering in besluitvorming. Cruciaal is ook de merkbare impact van beleid op individuele inwoners, aangevuld door een afname van ongelijkheid en het streven naar een duurzame verandering met een brede en langdurige invloed op de gemeenschap.
Het sturen op impact voor (regionale) brede welvaart is essentieel omdat het verder gaat dan economische impact alléén. Ook impact op o.a. sociale én ecologische aspecten wordt meegewogen. Daarnaast stelt meetbaarheid van het sturen op brede welvaart beleidsmedewerkers en bestuurders, alsook bedrijven en organisaties in staat tot het evalueren van vooruitgang, tot het identificeren van verbeterpunten en het aanpassen van ambities om een effectievere koers te volgen. Bovendien kan impactmeting behulpzaam zijn voor verantwoording en voor het creëren van draagvlak voor (nieuw) beleid. Daarnaast speelt het een belangrijke rol bij het maken van politieke afwegingen.
Over de auteurs
dr. Inge Hooijen
Bij het sociaal-economisch kenniscentrum NEIMED vervult Inge de rol van onderzoeksmanager Brede Welvaart Limburg en coördineert de Community of Practice ‘Sturen op Impact’ binnen het Nationaal Netwerk Brede Welvaart. Zij is eigenaar van Regional Capital, een onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau op het gebied van demografische en sociaal-economische regionale vraagstukken. Daarnaast is zij als onafhankelijk onderzoeker verbonden aan het lectoraat Employability, Zuyd Hogeschool.
Omar Habets, MSc
Bij het sociaal-economisch kenniscentrum NEIMED is Omar betrokken als onderzoeker aan de Community of Practice “Sturen op Impact” van het Nationaal Netwerk Brede Welvaart. Daarnaast is Omar senior docent-onderzoeker aan Zuyd Hogeschool en werkt hij aan zijn promotieonderzoek op het gebied van employability bij de Radboud University - Faculteit der Managementwetenschappen.
Erik Canisius MSc
Bij Zuyd Hogeschool vervult Erik de rol van docent bij de Academie of Business Studies met als bijzonder aandachtsgebied Strategisch HRM. Daarnaast is hij als onderzoeker actief bij het Lectoraat Employability én het Lectoraat Professionalisering van het Onderwijs. Erik is actief als deelnemer binnen de Community of Practice ‘Sturen op Impact’ en heeft ook veel ervaring opgedaan in het bedrijfsleven en de provinciale overheid binnen diverse beleidsfuncties.
CASUS 1
Medtech Logistics, gemeente Heerlen
Casushouders Martin de Beer - Wethouder Economie en Arbeidsmarkt, Financiën, Duurzaamheid en Sport bij gemeente Heerlen Yvonne Bemelmans - Programmamanager Onderwijs & Arbeidsmarkt bij gemeente Heerlen en Economische Samenwerking Zuid-Limburg
Medtech Logistics is de complete organisatie van innovatie, productie en levering van diensten en producten rondom patiëntzorg in Heerlen (Parkstad, Limburg). De komst van toonaangevende multinationals als Medtronic, Boston Scientific, Abott en Acist heeft de regio een economische impuls gegeven en raakt – naast de thema’s materiële welvaart, arbeid en vrije tijd – nog aan veel méér thema’s binnen brede welvaart. De gemeente Heerlen streeft naar een verdubbeling van de huidige 5.300 arbeidsplaatsen in dit cluster binnen twaalf jaar, wat een breed scala aan werkgelegenheid biedt voor talent op alle onderwijsniveaus. Het vraagstuk sturen en meten van de impact (gebaseerd op het CBS-model voor brede welvaart) van het Medtech Logistics-cluster op de regionale brede welvaart stond centraal in de casus.
“De relatie tussen economische ontwikkeling en brede welvaart wordt niet altijd voldoende in beeld gebracht. De CoP ‘Sturen op Impact’ helpt ons om gerichter te werken aan het inzichtelijk maken van die relatie."
Yvonne Bemelmans, casushouder
Om effectief te sturen op impact in verschillende tijdframes is het belangrijk om diverse toekomstscenario's in kaart te brengen. Het vaststellen en helder definiëren van duidelijke doelstellingen blijkt cruciaal voor het genereren en meten van impact. Specifiek voor het Medtech Logistics-cluster is het noodzakelijk om de verwachte groei in arbeidsplaatsen en de benodigde opleidingsniveaus in kaart te brengen. Dit geeft inzicht in het benodigde aantal talenten dat moet worden aangetrokken én behouden moet blijven voor de regio.
Leerpunten zijn dat het sturen op impact over collegeperiodes heen gaat, waardoor een langetermijnvisie onontbeerlijk is. Een uitdaging die naar voren kwam was de sectorale organisatie van het gemeentelijke systeem. Dit bemoeilijkt het integraal denken over brede welvaart, gegeven de specifieke focus van verschillende portefeuillehouders op afzonderlijke beleidsterreinen. Opgavegericht begroten, heldere programma's en gebundelde financiering zijn binnen deze opgave cruciaal. Hierbij spelen actoren als de gemeentesecretaris, de griffier, het collegiaal bestuur en de gemeenteraad een essentiële rol.
CASUS 2
Lelylijn, noordelijke provincies en de Randstad
Casushouders Stijn Lechner - Projectdirecteur Lelylijn bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Caroline Schipper - Senior econoom/consultant bij TNO Vector
“Ik heb de CoP als heel nuttig ervaren. Vanuit het hele land werd er gereflecteerd op onze aanpak, door personen uit zowel onderwijs, wetenschap als overheid. Het is goed om af en toe een blik van ‘buiten’ naar binnen te krijgen.”
Stijn Lechner, casushouder
De Lelylijn is een potentiële spoorwegverbinding die de noordelijke provincies en de Randstad met elkaar kan verbinden. De Lelylijn wordt voorgesteld als een manier om de bereikbaarheid van Noord-Nederland te verbeteren en de economische ontwikkeling van de regio te stimuleren door middel van betere spoorverbindingen, met ook een betere ontsluiting van de huidige spoorverbindingen en een verwachte groei van de woningbouw.
De Lelylijn heeft impact op diverse aspecten van brede welvaart, zoals wonen, milieu, arbeid en vrije tijd. Ook kent de Lelylijn veel belanghebbenden, zoals burgers, studenten, werknemers, werkgevers, ondernemers, toeristen, maatschappelijke partijen, politici en ambtenaren. Het plan voor de Lelylijn is nog in de fase van onderzoek en discussie, waarbij verschillende aspecten – zoals financiering, haalbaarheid en impact op verschillende domeinen van brede welvaart en in verschillende regio’s – worden onderzocht en besproken. Het vraagstuk van het sturen op en meten van impact van de Lelylijn en de betekenis voor besluitvormingsprocessen vormde het startpunt voor de discussie.
De neveneffecten van zo’n infrastructuur kunnen aanzienlijk zijn, mogelijk resulterend in een nieuw systeemevenwicht dat de impact vertekent. Dit vraagt om een besluitvormingsproces gebaseerd op uitgebreid onderzoek. Het beoordelen van de impact op diverse doelgroepen en gebieden is van vitaal belang voor doordachte besluitvorming en duurzame ontwikkeling. Het integreren van de (voorspelde) impact van een substantiële investering en transformatie in één meetinstrument, is een buitengewoon complexe opgave. Cruciaal hierbij is het oprichten van een platform, waarin stakeholders van diverse achtergronden samenkomen en consensus bereiken over de te meten impactfactoren. Deze gedragen keuzes zijn niet alleen essentieel voor aanvaarding, maar verhelpen ook tekortkomingen in de projectuitwerking. Het is belangrijk te erkennen dat de effecten van een spoorverbinding sterk contextafhankelijk zijn en variëren tussen verschillende doelgroepen, belangen gemeenten en provincies.
Casushouders Lechner en Schipper geven aan dat de dimensies ‘later’ en ‘elders’ meer aandacht zouden mogen krijgen. Om op impact in het hier en nu, later en elders te kunnen sturen, is het noodzakelijk om diverse (toekomst)scenario's te onderzoeken. Dit vereist een benadering die zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeksmethoden integreert, om effectief te sturen en impact te meten. Het creëren van een breed gedragen, geaccepteerde meetmethode voor impact in deze complexe context blijft een uitdaging, die vraagt om nauwe samenwerking en een multidisciplinaire aanpak.
“Het was zeer nuttig om met anderen te reflecteren op onze aanpak van het vraagstuk. Dat geeft soms toch weer een andere kijk op zaken. Bijvoorbeeld dat verhaallijnen net zo belangrijk zijn als kwantificering.”
Caroline Schipper, casushouder
Leerpunten en knelpunten: #HoeDan?!
Het sturen op en meten van de impact van brede welvaart kent echter aanzienlijke uitdagingen, die diverse dimensies beslaan. Zo vereist sturen op impact doordachte besluitvorming, waarbij maatwerk en aanpassingsvermogen centraal staan. Hoewel breed kijken essentieel is, betekent het niet dat je overal op moet inzetten. Cruciaal is om te weten waar je op stuurt en welke kennis nodig is om een bepaald resultaat te bereiken. Effectief sturen vereist begrip van het regionale narratief, zodat beleidsmakers en bestuurders strategisch kunnen navigeren binnen complexe vraagstukken.
Andere uitdagingen zijn de verschillende interpretaties van brede welvaart, ontbrekende data, de keuze voor specifieke indicatoren en welke aspecten relevant zijn om op te sturen en te meten. In de praktijk bevinden beleidsmakers zich vaak in een spagaat tussen objectieve en subjectieve factoren en het vaststellen van causale verbanden. Ook is het vaak een uitdaging om diepgaand inzicht te krijgen in de ware effecten van regionale brede welvaart, door de complexe interactie van factoren, zoals de interactie tussen economische ontwikkeling, sociale ongelijkheid en milieueffecten. Een andere uitdagingen is het vertragingseffect, omdat het enige tijd kan duren voordat de effecten meetbaar zijn, bijvoorbeeld in effecten op luchtkwaliteit en gezondheid door een nieuwe milieumaatregel.
Inzichten en speerpunten
- Het gezamenlijk stellen van doelen voor de gewenste impact op brede welvaart, zorgt voor gedeelde verantwoordelijkheid en versterkt draagvlak voor (nieuw) beleid.
- Overal op sturen is onmogelijk: kies scherp en gezamenlijk voor een koers waarbij kennis over regionale vraagstukken wordt meegenomen.
- Bepaal aan de voorkant hoe impact gemeten en beoordeeld wordt, en houd er rekening mee dat de brede impact op alle brede-welvaartsthema’s niet per definitie meetbaar, objectief of causaal te verklaren is.
- Om effectief te sturen op impact nu én later is het belangrijk om diverse toekomstscenario's in kaart te brengen.
- Sturen op impact vraagt om adaptieve evaluatie en gaat over collegeperiode’s heen, waardoor een langetermijnvisie onontbeerlijk is.
- De sectorale organisatie van het gemeentelijke systeem bemoeilijkt het integraal denken over brede welvaart. Opgavegericht begroten, heldere programma's formuleren en financiering bundelen zijn binnen deze opgave cruciaal. Hierbij spelen actoren als de gemeentesecretaris, de griffier, het collegiaal bestuur en de gemeenteraad een essentiële rol.
Vooruitblik
In 2024 belooft onze CoP een inhoudelijk mooi jaar tegemoet te gaan. De Algemene Rekenkamer introduceert begin maart 2024 de derde casus, gericht op de Regio Deals, met als doel om gezamenlijk kennis te creëren en leren. Ook staat het thema ‘Sturen op Impact’ centraal tijdens de Tweedaagse conferentie Brede Welvaart, op 27 en 28 maart 2024 in het Gouvernement aan de Maas van Limburg. Samen werken we aan de kracht van ‘sturen op impact’ voor brede welvaart.